Terrorisme

Bijna dagelijks lees je in de krant over bomaanslagen of andere terroristische acties. Daarbij worden vaak veel onschuldige mensen gedood. De meeste mensen begrijpen niet waarom terroristen zoiets doen. Een terrorist pleegt een aanslag omdat hij het gevoel heeft dat hem groot onrecht is aangedaan. Hij is het niet eens met zijn eigen regering of die van een ander land. Of hij wil een eigen land voor zijn volk. Praten heeft geen zin, vindt een terrorist. Door een bom te plaatsen, een vliegtuig te kapen of een moord te plegen probeert hij aandacht te krijgen en regeringen te dwingen aan zijn eisen te voldoen. In 1968 pleegde een groep studenten in Duitsland terroristische aanslagen. Hun leiders Andreas Baader en Ulrike Meinhof vonden dat de rijken steeds rijker werden en de armen steeds armer. Volgens hen was dat de schuld van de regering.

Gijzelen en kapen

Terroristen werken alleen of in kleine groepen. Ze hebben vaak weinig geld en daarom proberen ze met eenvoudige middelen zoveel mogelijk schade aan te richten, bijvoorbeeld door bommen te laten ontploffen. Soms nemen terroristen mensen in gijzeling en dreigen dan deze mensen dood te schieten. Zo hopen ze hun doel te bereiken. Als terroristen mensen gijzelen in een trein, schip of vliegtuig heet dat een kaping. De terroristen smokkelen dan een wapen of bom mee aan boord van bijvoorbeeld een vliegtuig. Als het toestel in de lucht is, dwingen ze de piloot naar een plek te vliegen waar ze veilig zijn. Ze dreigen het vliegtuig te laten ontploffen als ze hun zin niet krijgen.

In 1975 kaapte een groep jonge Molukkers een trein in Drenthe. Met de treinkaping wilden de Molukkers de Nederlandse regering dwingen om hun een eigen eiland te geven in Indonesië. Maar de regering deed niets.

In het Midden-Oosten is er voortdurend ruzie tussen Israël en de Palestijnen. De Palestijnen willen ook een eigen land. Sommigen zijn bereid om hun leven op te offeren in de strijd tegen de Israëli's. Ze binden bommen om hun lijf en laten die in een bus of een restaurant ontploffen.

In het Midden-Oosten vechten Palestijnen tegen Israël. Voor Palestijnen zijn ze helden, voor Israël terroristen.

Tegen Amerika

Er zijn mensen die de Amerikanen de schuld geven van alle ellende in de wereld: de oorlogen, de armoede en de honger. Sommigen haten de Amerikanen en beschouwen ze als hun vijand. Deze mensen plegen terroristische aanslagen tegen Amerikaanse burgers. Ze hopen dat de Amerikanen zo bang worden dat ze zich niet meer met andere landen bemoeien. Op 11 september 2001 werd er in Amerika een vreselijke aanslag gepleegd met vier vliegtuigen. Twee vliegtuigen vlogen in de twee gebouwen van het World Trade Center. Drieduizend mensen werden gedood. De aanslag was georganiseerd door Al Qaeda. De leider van deze groep is Osama Bin Laden. Hij komt uit Saudi-Arabië en hij haat Amerika.

Terroristen zijn moeilijk te bestrijden. Ze zijn vaak intelligent en hoog opgeleid. Ze bereiden hun aanslagen in het diepste geheim voor. Ze werken in kleine groepjes die cellen worden genoemd.

Over de hele wereld zijn inlichtingendiensten bezig om informatie te verzamelen over terroristen. In Nederland heet de inlichtingendienst de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en in Amerika de Central Intelligence Agency (CIA).

De politie oefent regelmatig met het arresteren van terroristen.