Flipping Elfstedentocht
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Ga zelf op zoek naar de woorden die je moet invullen in de woordzoeker.

 

Antwoordblad

De Elfstedentocht (Fries: Alvestêdetocht ) is een schaatstocht over natuurijs.
Het is de belangrijkste schaatstocht van Nederland en gaat langs elf Friese steden die ooit stadsrechten hebben gekregen. Vanwege de afstand die geschaatst moet worden (bijna 200 kilometer) én omdat de tocht in één dag gereden moet worden, wordt de Elfstedentocht ook wel ‘De Tocht der Tochten‘ genoemd.


Om een Elfstedentocht te kunnen houden moet het ijs moet minstens 15 centimeter dik zijn. Elk van de 20 rayonhoofden is verantwoordelijk voor zijn eigen rayon.
De ijsmeester is de baas van de rayon-hoofden. Hij is verantwoordelijk voor het ijs op de hele route. Samen beslissen ze of een Elfstedentocht kan worden gereden. Dan pas zegt de voorzitter van de Friese Elfstedenvereniging: “It Giet Oan!” (Het gaat door!)


Sinds het begin is de officiële Elfsteden-tocht 15 keer gereden. Er zijn 16 verschillende winnaars. Coen de Koning, Auke Adema en Evert van Benthem wonnen de tocht 2x. In 1940 maakten
5 koplopers samen de afspraak dat ze gezamenlijk over de finish zouden komen. Dat vond de organisatie toen nog oké, maar later mocht het niet meer.
De laatste Elfstedentocht was in 1997. Henk Angenent was toen de winnaar.


(Advertentie)

In elke stad moeten de deelnemers hun stempelkaart laten afstempelen. Bij de stempelpost is ook vaak een ‘Koek en Zopie’, waar de toerrijders even wat kunnen eten en drinken, voordat ze weer verder gaan. Vaak hebben ze zelf ook wel een rugtasje met wat te eten erin.
De wedstrijdrijders gaan meteen door na het stempelen, want ze willen allemaal als eerste aankomen!


De Toertocht begint ‘s morgens om tien over half zes. Elke 25 minuten vertrekken er 2000 schaatsers. Iedereen heeft een eigen stempelkaart met daarop een startnummer. Hoe hoger het startnummer hoe later de schaatser het ijs op mag. Langs de route staan stempelposten voor de controle. Daar moeten de schaatsers hun kaart laten afstempelen. Anders krijg je geen Elfstedenkruisje.


Omdat er in Nederland bijna geen Elfstedentochten meer kunnen worden gereden, wordt er al vanaf 1989 een alternatieve Elfstedentocht gereden op de Weissensee in Oostenrijk. Het evenement wordt altijd gehouden in de laatste weken van januari of begin februari. Behalve de wedstrijd worden ook vier toertochten voor recreatieve rijders georganiseerd, hun doel is het op één dag 200 km te schaatsen.


(Advertentie)

Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad 


In de winter van 1890-1891 reden een paar honderd mannen en vrouwen de tocht langs de elf steden in Friesland. Pim Mulier reed ook mee en deed dat in 12 uur en 55 minuten. Dat was toen een echte recordtijd! Pim Mulier zette zich daarna jaren in om een officiële schaatstocht over 200 kilometer te organiseren. Uiteindelijk lukte dat en hij wordt dan ook gezien als de grondlegger van de Elfstedentocht.


(Advertentie)

De tocht begint in Leeuwarden en gaat daarna ‘met de klok mee’ via Sneek, IJlst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum weer terug naar Leeuwarden, waar de finish is. In 1909-1912-1917-1929 en 1941 werd ‘tegen de klok in’ gereden.
Dus eerst van Leeuwarden naar Dokkum, dan Franeker, Harlingen, enz.
Later altijd weer ‘met de klok mee’.


Vroeger schaatsten de mensen op houten schaatsten met leren bandjes en veters die onder de schoenen werden gebonden. Deze schaatsen die je op de afbeelding ziet worden ‘Friese doorlopers’ genoemd.
Kleine kinderen leerden schaatsen op ‘klompjes’. Die zagen er hetzelfde uit, maar hadden geen ‘krul’ aan de voorkant. Volgens oude bronnen werd in Nederland al in de 13e eeuw geschaatst.


Op sommige plekken op de route kan niet worden geschaatst. Omdat het ijs te slecht is. Op die plaatsen moeten de schaatsers klunen. Dat is een Fries woord voor lopen of kruipen met de schaatsen aan. Op de kluunplaatsen ligt meestal stro, kleden of planken. Dat is om de schaatsen te beschermen.


Om twaalf uur ’s nachts moeten ze bij de finish in Leeuwarden zijn. Langs de route staan stempelposten voor de controle. Daar moeten de schaatsers hun kaart laten afstempelen. Wie de tocht uitrijdt en alle stempeltjes heeft, krijgt een zilveren Elfstedenkruisje. Maar de wedstrijdleiding is echt heel erg streng: zelfs als je maar
1 minuut te laat over de streep komt in Leeuwarden krijg je géén kruisje.


(Advertentie)
(Advertentie)

In 1909 is de eerste officiële Elfstedentocht. Er deden 23 deelnemers aan mee. In datzelfde jaar werd de ‘Vereniging De Friese Elfsteden’ opgericht. De Elfstedentocht bestaat uit een wedstrijd en een toertocht. Sinds 1909 is de tocht vijftien keer verreden. Het aantal leden ligt nu op ongeveer 16.000 en sinds 1986 is er een ledenstop. Meer kunnen er niet worden toegelaten, i.v.m. de veiligheid.


De Elfstedentocht bestaat uit 2 onderde-len namelijk de wedstrijd en de toer-rijders. De wedstrijd begint ’s ochtends om half 6 in Leeuwarden. De deelnemers moeten eerst ongeveer 1900 meter rennen naar het ijs, waar ze in het donker de schaatsen onderbinden.
Veel wedstrijdrijders rijden samen en helpen elkaar. Ze schaatsen in een ‘treintje’ achter elkaar in hetzelfde tempo. Ze rijden om de beurt op kop.


Tegenwoordig schaatsen de deelnemers bijna allemaal op noren. Noren zijn schaatsen die speciaal gemaakt zijn om langere afstanden op een hoge snelheid te kunnen afleggen. In 1885 kwam in Noorwegen (vandaar de naam) een nieuwe schaats op de markt en de Noren bedachten dat voor de stabiliteit het mes (waar je op schaatst) het beste in een ronde buis kon worden gemonteerd.


Bartlehiem is wereldwijd bekend door ‘het bruggetje’ tijdens de Elfstedentocht.
Het is het mooiste punt tijdens de Elfstedentocht omdat de schaatsers hier twee keer langskomen: eerst de Dokkumer Ee op richting Dokkum, ook wel ‘de Hel van het Noorden’ genoemd, en daarna terug, via Bartlehiem (dan nog ongeveer 10 kilometer) naar de finish in Leeuwarden, op de Bonkevaart.


In 1986 reed kroonprins Willem-Alexander (nu onze koning), onder de schuilnaam W.A. van Buuren, de Elfstedentocht uit.
Op de foto zie je dat hij in het donker arriveerde op de Bonkevaart in Leeuwarden, waar hij werd opgewacht door zijn trotse ouders, de toenmalige koningin Beatrix en prins Claus en duizenden enthousiaste mensen.
Best knap! Hij was toen pas 18 jaar.


Suske en Wiske reizen met de tijdmachine een mannetje achterna naar het 15e-eeuwse Friesland. Daar heerst al jaren een strenge winter, doordat Frisia, de winterheks, de lentefee Cory gevangen houdt. Om haar te bevrijden moeten ze elf aardmannetjes en de winterheks verslaan. Suske en Wiske schaatsen langs de elf Friese steden in een wanhopige poging om de lente terug in het land te brengen.  2007 - nummer 298