Mexico

Mexico is een land van uitersten. Er zijn droge woestijnen en vochtige, tropische regenwouden. De hoofdstad Mexico-Stad is de grootste stad ter wereld. Het is een moderne stad. Maar er wonen ook miljoenen arme mensen in de barrio's, de krottenwijken. Het verkeer in Mexico-Stad verstopt de straten. De vervuilde lucht hangt als een dikke deken boven de gebouwen. Het is haast niet voor te stellen dat er 20 duizend jaar geleden op diezelfde plaats een indianenvolk leefde: de azteken. Zij hadden daar een grote stad gebouwd met paleizen voor hun vorst en tempels voor hun goden.
De Spanjaard Hernán Cortés en zijn mannen ontdekten het land in 1519. Zij vernietigden het rijk van de azteken en maakten van Mexico een Spaanse kolonie. De officiële taal in Mexico is Spaans. Maar de Mexicanen gebruiken ook heel wat woorden uit indiaanse talen.

De azteken bouwden grote paleizen en tempels.

Een groot land

In 1821 werd Mexico onafhankelijk. Het land is nu een federale republiek: de 'verenigde staten van Mexico'. Een federale republiek bestaat uit een aantal zelfstandige staten die samenwerken. Net als de Verenigde Staten van Amerika. Aan het hoofd van het land staat de president. Hij heeft veel macht. Lange tijd waren de presidenten van Mexico dictators. Zij regeerden streng en de bevolking had niets te zeggen. In 2000 waren er voor het eerst eerlijke verkiezingen. Het volk koos toen Vincente Fox Quesada als nieuwe president.

Het land van de cactus. Meer dan de helft van Mexico bestaat uit woestijn en steppen. 75 procent van alle cactussoorten in de wereld groeit in Mexico.

Mexico is een langgerekt land in het zuiden van Noord-Amerika. Het ligt tussen de Grote en de Atlantische Oceaan en is ongeveer zestig keer zo groot als Nederland. De bevolking van ongeveer 102 miljoen mensen groeit ieder jaar met twee miljoen. De meeste mensen wonen op de hoogvlakte in het midden van het land en in de steden. In Mexico-Stad alleen al 25 miljoen!
De bevolking van Mexico bestaat uit twee grote groepen: indianen en mestiezen. Mestiezen zijn de nakomelingen van Spanjaarden die trouwden met indianen. De indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van Mexico. Toen de Spanjaarden nog de baas waren, hadden de indianen het slecht. Velen gingen dood aan besmettelijke ziektes. De overlevenden werkten als slaaf op grote landerijen en in mijnen. Nu liggen de meeste indianendorpen ver van de grote steden. Zo kunnen de verschillende stammen hun eigen cultuur behouden.
De meeste indianen hebben het nog steeds niet gemakkelijk. Ze hebben vaak maar een klein stukje land. Daarop verbouwen ze mais, bonen en kalebassen. Veel indiaanse mannen werken daarnaast als seizoensarbeider. De kinderen gaan vaak niet eens naar school. Hun arme ouders hebben hen nodig om mee te werken.
De Mexicanen zijn echte feestvierders. Er is altijd wel ergens een fiësta aan de gang. Vaak zijn dat religieuze feesten, want ongeveer 90% van de Mexicanen is rooms-katholiek.
Op een feest is er altijd volop lekker eten en drinken. Een echte Mexicaanse maaltijd bestaat uit tortilla's, bonen, chilipepers en vruchten. Tortilla's zijn maispannenkoekjes. Je vult ze met bijvoorbeeld vlees, groenten en salade. Ook in Nederland zijn restaurants waar je lekker Mexicaans kunt eten.

Mexicanen zijn dol op fiësta's, met muziek, dans, lekker eten en drinken.