Vensterplaat De Grondwet

  1. Wat is een grondwet?

    De grondwet is de belangrijkste wet van een land. Er staat in beschreven wie de macht heeft en hoe die macht wordt uitgevoerd. Meestal staan in een grondwet ook grondrechten: belangrijke rechten en vrijheden van burgers. In de grondwet vind je de spelregels van een samenleving.

    Soorten grondrechten

    Er zijn twee soorten grondrechten. Klassieke grondrechten beschermen de burger tegen de staat, maar gelden ook voor burgers onderling. Deze grondrechten zijn bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, recht op gelijke behandeling en kiesrecht. Een rechter kan over deze rechten uitspraak doen. Je kunt naar de rechtbank stappen als je bijvoorbeeld vindt dat iemand je discrimineert. Sociale grondrechten zijn er vooral voor de overheid: die moet goed voor haar burgers zorgen. Voorbeelden zijn het recht op een woning, onderwijs en gezondheidszorg.

  2. Van onderdaan naar burger

    Lange tijd is er helemaal geen grondwet. In de middeleeuwen is de koning de baas – zijn wil is wet. De mensen in het land zijn onderdanen die hem moeten gehoorzamen.  Maar aan het eind van de 18de eeuw zijn mensen in heel Europa het beu. Ze eisen meer burgerrechten en vrijheden. In Frankrijk vindt een revolutie plaats: de koning wordt verdreven en het land wordt een republiek.

    De Franse Revolutie en Europa

    Vrijheid, gelijkheid en broederschap: dat willen de opstandelingen in Frankrijk aan het eind van de 18e eeuw. Al die hele eeuw lang zijn er mensen in Europa die protesteren tegen de oude manier van denken. Ze willen niet meer blind geloven wat de kerk of koning zegt. Ze willen hun gezond verstand gebruiken. Deze stroming noemen we de Verlichting. En uiteindelijk komen die ideeën van vrijheid en gelijkheid terecht in onze grondwet.

  3. De eerste grondwet in Nederland

    Eigenlijk is de eerste grondwet van Nederland de Staatsregeling voor het Bataafse volk van 1798. Alleen heet Nederland dan de Bataafse Republiek en hebben de Fransen er de macht. In de Staatsregeling gaat het voor het eerst over één staat, over rechten en plichten van burgers en over een gekozen volksvertegenwoordiging.

    Een ondeelbaar land

    Deze eerste grondwet in de Franse tijd is een breuk met de Republiek der Verenigde Nederlanden. Binnen de Republiek hadden de verschillende provincies veel macht. Maar nu is dat afgelopen. Nederland wordt een eenheidsstaat, met een nationale regering. De ideeën van de Franse revolutie krijgen ook voet aan de grond. Iedere burger is gelijk voor de wet en heeft vrijheid van meningsuiting, vergadering en drukpers. Maar ook vrijheid van godsdienst. Er komt een scheiding tussen kerk en staat: ze bemoeien zich niet meer met elkaar en regelen ieder hun eigen zaken.

  4. Nederland een koninkrijk

    In 1813 wordt Napoleon verslagen en trekken de Franse troepen zich terug. Nederland, dat een paar jaar een deel van Frankrijk was, wordt weer vrij. In 1815 wordt het Koninkrijk der Nederlanden uitgeroepen, met prins Willem Frederik van Oranje Nassau als eerste koning: Willem I. Er komt een nieuwe grondwet en die geeft vooral de vorst veel macht.

    Vriendjespolitiek

    De Staten-Generaal bestaan vanaf nu uit een Eerste en Tweede Kamer. De leden van de Eerste Kamer worden door Willem I gekozen – en die kiest natuurlijk voor zijn vrienden. Zo houdt hij de macht in handen. De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen indienen, maar via de Eerste Kamer kan de koning die tegenhouden als ze hem niet bevallen. Maar wanneer zijn zoon Willem II hem in 1840 opvolgt, slaat in Europa opnieuw de vlam in de pan: burgers eisen hun rechten op.

  5. Opstand in Europa!

    In 1848 breken in heel Europa opstanden uit. De mensen zijn de macht van de koning zat. Ze willen een andere grondwet met meer vrijheid voor de burgers en minder macht voor de koning. In Nederland is dan Willem II aan de macht. Ook daar broeit het…

    Protest in Den Haag

    Als in Den Haag mensen met fakkels de straat op gaan naar het paleis, wordt Willem II zenuwachtig. Hij beseft dat hij veranderingen niet langer kan tegenhouden. Liever iets minder macht en op de troon blijven dan verstoten worden – zoals sommige andere vorsten in Europa. Hij besluit een commissie te benoemen die de grondwet moet aanpassen. Hoofd van die commissie is de politicus  Thorbecke.

  6. Thorbecke

    De politicus Johan Rudolf Thorbecke leidt in 1848 de commissie die de grondwet moet hervormen. En hij durft! In zijn voorstel zijn de ministers verantwoordelijk voor hoe het land geleid wordt – niet langer de koning. Thorbecke weet Willem II te overtuigen: hij ondertekent de wet. Omdat burgers vanaf nu meer te zeggen hebben, is deze grondwet van 1848 de basis is van onze  huidige democratie.

    Addertje onder het gras

    Hoewel… meer te zeggen? De volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer worden vanaf 1848 wel door burgers gekozen, maar het zijn alleen de rijke mannen die kiesrecht hebben. Pas in 1917, meer dan een halve eeuw later, mogen alle mannen stemmen. En twee jaar later, in 1919, krijgen ook vrouwen stemrecht. Tegenwoordig mag iedereen stemmen die de Nederlandse nationaliteit heeft en 18 is of ouder.

  7. Discriminatie verboden

    Omdat de grondwet de belangrijkste wet is, gaat veranderen niet zo makkelijk. De grote grondwetswijziging van 1983 nam meer dan 30 jaar in beslag! Hoofdstuk 1 van die vernieuwde grondwet beschrijft de grondrechten van de burgers. Het begint met Artikel 1: alle mensen in Nederland worden in dezelfde situatie gelijk behandeld.

    Zijn en zeggen wat je wilt

    Discriminatie om godsdienst, levensovertuiging, politieke overtuiging, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is verboden. Je bent vrij om te geloven wat je wilt. Om lief te hebben wie je wilt. Om te denken wat je wilt. Voor de wet is iedereen gelijk. Je hebt ook het recht om iets te vragen aan de overheid, of een klacht in te dienen. Je mag een brief sturen aan de burgemeester, de Tweede Kamer of een minister. Je hebt recht op antwoord – maar alleen als je je brief ondertekent! Er zijn ook andere manieren om de regering te laten weten wat je vindt. Handtekeningen verzamelen (petitie) bijvoorbeeld, of een protestmars organiseren. Ook dat is een belangrijk grondrecht van Nederlandse burgers: het recht van meningsuiting.