Het poolgebied is de gebruikelijke naam voor het gebied ten noorden van de noordpoolcirkel (die poolcirkel ligt op 66½ graad Noorderbreedte). En het gebied ten zuiden van de zuidpoolcirkel (op 66½ graad Zuiderbreedte).
In het poolgebied bevindt zich op het noordelijk halfrond de Noordelijke IJszee en op het zuidelijk halfrond het werelddeel Antarctica.

Het merendeel van het noordpoolgebied bestaat niet uit land, maar juist uit water: de Noordelijke IJszee. Deze zee is voor het grootste gedeelte van het jaar bedekt met een pak ijs van maximaal drie meter dik. De temperatuur op de Noordpool verschilt erg. Januari: –34 graden tot 0 graden Celsius. Juli: –10 graden tot +10 graden Celsius. In de winter kan het plaatselijk wel –50 graden Celsius worden.

Het vaste land van de Zuidpool is bijna twee keer zo groot als Australië. Het is ook drie keer zo hoog als de andere continenten van de wereld. Antarctica heeft veel bergen, die grotendeels bedekt zijn met ijs, dat gemiddeld zo’n 2,5 km dik is. Gemiddeld is het op de Zuidpool zo’n 55-60 graden onder nul. Antarctica bevat bijna driekwart van al het zoete water op aarde, vastgevroren in de grote ijsmassa.

Rond de Noordpool ligt een grote koude vlakte: de toendra, een gebied zonder boom- en struiklaag, grenzend aan een poolgebied. De begroeiing bestaat uit grassen, korstmossen en dwergstruiken. Maar er groeien geen bomen. ’s Winters is het er bijna altijd donker en liggen de temperaturen ver onder het vriespunt.
’s Zomers smelt het ijs en komt de toendra tot leven met bloemen en insecten.

De Samen zijn een volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont.
Samen werden vroeger ‘Lappen’ genoemd, maar die naam is een belediging voor ze. Vroeger leefden een groot deel van de Samen als nomaden met hun rendierkudden. Ze woonden in een tent (lavvu). Tegenwoordig leven de meeste Samen bijv. als visser, landbouwer of ondernemer.

De ijsbeer is de grootste en sterkste jager van het noordpoolgebied. Een mannetje weegt ± 450 kilo en is 2,5 meter lang.
De vrouwtjes zijn een stuk kleiner dan de mannetjes. IJsberen houden geen winterslaap. Ze maken tijdens de ijskoude winter jacht op zeehonden of robben onder het ijs. Hun dikke vacht houdt hen warm. Ook een dikke vetlaag beschermt de beer tegen de kou en dient ook als voedselvoorraad.

Op Antarctica leven verschillende soorten robben, waarvan het zeeluipaard het gevaarlijkste is. Een veel voorkomende zeehond is de Weddellzeehond. 2,5 - 3 meter lang en ± 400 kg zwaar. Weddellzeehonden eten bijna alleen maar vis. Ze kunnen wel 600 m diep duiken en een uur onder water blijven.

De bevolking van Antarctica wordt geschat op ongeveer 1000 mensen. Antarctica heeft geen vaste bewoners, maar een aantal regeringen hebben er een permanent onderzoeksstation. Er zijn ruim zestig poolstations op Antarctica, waar wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan door ruim dertig landen.
Het grootste poolstation is het Amerikaanse Station McMurdo, waar wel 1200 mensen kunnen leven.

Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad 

Een ander woord voor de Noordpool is Arctica. Dit komt van het Griekse Arktitos en betekent: 'land van het sterrenbeeld de Grote Beer'. Dit sterrenbeeld zie je alleen maar op het noordelijk halfrond.
Het Griekse woord voor beer is ‘arctos’.
De Zuidpool werd door de Grieken Antarktitos genoemd; 'tegenover de beer'. (anti = niet) Hier komt de naam Antarctica vandaan.

De Noordelijke IJszee is bijna helemaal ingesloten door land. 
Dit zijn de noordelijke stukken van 8 landen:
Canada, Alaska (VS), Scandinavië (Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland), Siberië (Rusland) en Groenland (Denemarken).

Al voor Christus verkenden er al mensen het gebied rond de Noordpool, zoals de Grieken. Later o.a. de Vikingen o.l.v. Erik de Rode, die kolonies op Groenland stichtte. Op 6 april 1909 bereiken de Amerikanen Robert Peary en Matthew Henson de Noordpool. Antarctica werd pas in 1820 ‘ontdekt’.  Op 14 december 1911 bereikte de Noor Roald Amundsen als eerste de Zuidpool.

In het noordpoolgebied wonen al duizenden jaren mensen. Tegenwoordig leven er ongeveer 3,8 miljoen mensen, waaronder de Inuit (Eskimo’s).
De Inuit wonen op Groenland, het noorden van Canada, Alaska en Siberië. Vroeger leefden de mensen hier meestal als nomaden of halfnomaden. Ze leefden van de jacht en de visvangst.

In het noordpoolgebied leven de rendier-kuddes. De rendieren leverden de bewoners (waaronder de Samen) melk, vlees en huiden en deden bovendien dienst als trekdier voor de slede. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een gewei. Rendieren eten vooral korstmos. Als de toendra bedekt is met sneeuw en ijs, weten ze dit met hun hoeven te verwijderen om zo het voedsel te bereiken.

Op Arctica leven veel verschillende soorten dieren. De zoogdieren die er leven blijven warm dankzij hun dikke vacht.
In de winter is hun vacht zelfs nog veel dikker. Sommige dieren hebben een schutkleur, zoals de poolvos en de sneeuwhaas. Vogelsoorten zijn o.a. de sneeuwuil, ivoormeeuw, kleine alk, papegaaiduiker en het sneeuwhoen. In de zee vind je de noordkaper en zeehonden.

De grootste vijand van de pinguïn en de Weddell-zeehond is het zeeluipaard, een zeehond van wel 3-4 meter lang en met een gewicht tussen 270-600 kg.
Een geduchte jager met een extra grote bek met vlijmscherpe tanden.
Het zeeluipaard leeft langs de rand van het pakijs. Als het nodig is, volgen ze hun prooi zelfs tot op het ijs.

Zonnestralen brengen warmte en licht op aarde. De aarde heeft een ronde vorm. Hierdoor vallen zonnestralen bij de pool-gebieden schuin op de aarde en worden ze meer verspreid dan bij de evenaar.
Ook doen de stralen er veel langer over om de polen te bereiken. Hierdoor hebben ze onderweg al veel warmte verloren.
Ook weerkaatst de witte sneeuw en ijs het zonlicht (net als een spiegel).

Antarctica is een continent net als bijvoorbeeld Europa, maar wel veel groter. 99% van Antarctica ligt onder een dikke ijskap van soms wel vijf km dikte. Het continent is volledig omringd door water. Het is er gemiddeld veel kouder dan op de Noordpool, ongeveer tussen
–30 graden tot –60 graden Celsius. 
De laagste temperatuur op aarde is gemeten op de Zuidpool. Het was er op 10 augustus 2010  – 93,2 graden Celsius.

Poollicht, ook wel Aurora Borealis (op het noordelijk halfrond) of Aurora Australis (op het zuidelijk halfrond) genoemd, wordt opgewekt door uitbarstingen van de zon. De geladen deeltjes van de zonne-storm botsen in de atmosfeer op zuurstof- en stikstofmoleculen en geeft een mooie gloed aan de hemel. Meestal heeft poollicht de kleur groen, maar ook rood, violet, paars, wit en zelfs geel poollicht komen voor.

Vroeger leefden de Inuit (Eskimo’s) meestal als nomaden of halfnomaden.
Ze leefden van de jacht en de visvangst. Ze hadden een hondenslee en een kajak. Sommigen woonden in een iglo.
Nu wonen de meeste Inuit in een houten of stenen huis en werken in een fabriek. Ze rijden op sneeuwscooters en in de zomerperiode in auto’s.

In het Noordpoolgebied wordt nog vaak gebruik gemaakt van sledehonden.
Zo’n span sledehonden trekt moeiteloos een slee voort door de sneeuw. Er worden ook vaak wedstrijden mee gehouden.
Op Antarctica is het voor de honden te koud en maakt men gebruik van sneeuwscooters en snowcats (rupsvoertuigen).

Er zijn 17 soorten pinguïns. Slechts 3 soorten leven op de Zuidpool. Het meest bekend zijn: de adéliepinguïn en de aller-grootste, de keizerspinguïn, die echt op Antarctica broeden. De meeste pinguïns maken een nest en leggen één of twee eieren. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden de eieren uit. Pinguïns leven altijd in een groep. Dat is veiliger. Hun vijanden lusten wel graag een pinguïn-boutje!

In de wateren rond Antarctica komen 9 verschillende soorten walvissen voor.
Er zijn 2 soorten walvissen:
de baleinwalvissen en de tandwalvissen. Tandwalvissen zijn o.a. de potvis, die wel 2-3 km diep kan duiken en op grote inktvissen jaagt. En de orka (op de foto), die behalve vis ook veel pinguïns en zeerobben eet.