Kolen en gas

Het energievraagstuk

Op 31 december 1974 sluiten de Limburgse mijnen definitief. De laatste wagon met kolen rijdt de mijn Oranje-Nassau I bij Heerlen uit, de allerlaatste lift met mijnwerkers komt omhoog. Nederland vestigt zijn hoop op een andere energiebron: gas.

Steenkool
Hoe verwarm ik mijn huis en mijn eten? Duizenden jaren lang zijn hout en turf in de Lage Landen de meest gebruikte brandstoffen. Pas in de negentiende eeuw worden ze verdrongen door steenkool. Deze fossiele brandstof is in grote hoeveelheden te delven en goedkoper te produceren. Steenkool is bovendien de brandstof voor de industrialisatie: stoommachines draaien erop en treinen komen erdoor in beweging.

Steenkoolwinning brengt vanaf 1900 nieuwe werkgelegenheid naar Nederland, vooral in Limburg, waar twaalf mijnen worden geopend. Decennialang is de mijnbouw een betrouwbare bron van werkgelegenheid. Deze trekt migranten en arbeiders uit allerlei streken, tot aan de Middellandse Zee toe. Steden als Heerlen en Geleen groeien uit tot welvarende en moderne steden en zijn trots op hun nieuwe voorzieningen, zoals ziekenhuizen en scholen.

Sluiten van de mijnen
Maar dan verandert het energielandschap. Onder het land van boer Boon in Slochteren wordt in 1959 een reusachtige voorraad gas gevonden. Dat gas kan gemakkelijk worden opgepompt, en komt uiteindelijk via een leidingnetwerk terecht in vrijwel elk huis, waar het als brandstof dient voor gaskachels en -fornuizen. Voor de industrie blijft steenkool nog wel van belang, maar in het buitenland is dat veel gemakkelijker en goedkoper te winnen. Daarom kondigt de regering in 1965 aan de kolenproductie geleidelijk af te gaan bouwen.

Voor het personeel dat ontslagen wordt, moet nieuw werk worden gezocht. Het gaat om 45.000 arbeidsplaatsen, nog los van de tienduizenden banen die bij toeleveringsbedrijven zullen verdwijnen. Ondanks de overheidsplannen om de werkgelegenheid op peil te houden, wordt de Limburgse mijnstreek vanaf 1975 getroffen door een langdurige economische recessie en sociale achteruitgang. Bovendien veroorzaken de verlaten mijnen nieuwe problemen: het grondwater stijgt langzaam in de sterk vervuilde mijnen waardoor het verontreinigd raakt. Daarnaast tast het grondwater de voormalige mijngangen aan, waardoor er plotseling een mijnverzakking kan ontstaan, een onderaardse holte die instortingsgevaar veroorzaakt. In 2011 verzakt een deel van een winkelcentrum in Heerlen door zo’n zinkgat.

Aardgaswinning
Inmiddels gaat ook de grootschalige aardgaswinning gepaard met aanzienlijke problemen. In Groningen treden verzakkingen in de ondergrond op, waardoor regelmatig aardbevingen ontstaan. De laatste jaren nemen de bevingen in sterkte toe en hebben ze ernstige schade aan woningen en andere gebouwen tot gevolg. Dat zorgt voor onrust onder de Groningers, die verschillende protesten tegen de aardgaswinning organiseren. In 2023 maakt de overheid excuses aan Groningen: ‘De machine van de gaswinning denderde maar door en daardoor zijn niet alleen huizen, maar ook levens van mensen beschadigd.’ Er zijn herstelbetalingen aangekondigd en de Groningse gaskraan gaat definitief dicht.

Nieuwe energiebronnen
De neveneffecten en gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen – vervuiling, aardbevingen maar ook temperatuurstijging door CO2-uitstoot – zullen nog jaren aandacht vergen. Zowel de Europese Unie als de Verenigde Naties hebben afspraken gemaakt over maatregelen om deze gevolgen te beperken. Overschakelen op nieuwe, duurzame vormen van energie, zoals wind-, waterstof- en zonne-energie, kan daaraan een bijdrage leveren. Hoe deze energietransitie kan worden aangepakt, is een van de belangrijkste vraagstukken van deze tijd.