Documentatiecentrum

Sluizen

Het waterpeil in de Nederlandse rivieren is niet overal hetzelfde. Dat is lastig als je met een boot van de ene rivier de andere op wil. Gelukkig bestaan er sluizen. Een sluis is een soort lift in het water. Als je tijdens het varen ineens grote deuren in het water ziet staan, weet je dat je bij een sluis komt. Als de sluisdeur opengaat, mag je naar binnenvaren. De deur gaat achter je dicht. Nu gebeurt er iets wat je zelf niet kunt zien. In de deur die voor je is, gaat er onder water een klep open. Daardoor stijgt het waterpeil in de sluis en kun je er straks gewoon uitvaren.

Deze vier tekeningen laten zien hoe een sluis werkt.

Maassluis, Hellevoetsluis en Zwartsluis

Sluizen bestaan al heel erg lang. Vroeger waren ze nog niet zo groot. Er konden maar een paar boten tegelijk in. Wegen waren er nog nauwelijks. Al het vervoer ging dus over water. Vandaar dat het wel eens heel erg druk kon zijn bij een sluis. Iedereen moest netjes op zijn beurt wachten. Handelaren maakten daar slim gebruik van. Ze gingen met hun koopwaar de wachtende schepen af. Anderen bouwden zelfs kleine winkeltjes bij de sluis. Daar werden dan ook huizen naast gebouwd. Zo ontstonden op den duur hele dorpen. Aan namen van dorpen en steden kun je vaak horen dat ze zo zijn ontstaan. Maassluis, Hellevoetsluis en Zwartsluis bijvoorbeeld.

In het weekend en in de vakanties varen er veel zeilschepen door deze sluis.

Tegenwoordig bestaan er enorm grote sluizen. In IJmuiden liggen de grootste sluizen van Nederland. Ze houden de zee tegen. Achter die sluizen ligt het Noordzeekanaal. Dat loopt van de Noordzee tot aan Amsterdam. Zeewater staat ook niet altijd even hoog. De waterstand wisselt vier keer op een dag. Twee keer is het hoog water (vloed) en twee keer is het laag water (eb). Als er in IJmuiden geen sluizen waren, had je in de haven van Amsterdam ook eb en vloed. En dat zou het laden en lossen van vrachtschepen tot een lastige klus maken.

Een sluis wordt bediend door een sluiswachter. Hij regelt alles wat met de sluis te maken heeft. Hij wijst de schepen hun plaats in de sluis aan. Hij zegt welk schip er nog bijpast en welke boten moeten blijven wachten. Hij doet ook de sluisdeuren open en dicht. In een kleine sluis doet een sluiswachter dat met de hand. Hij draait aan een wiel. In grote sluizen gaan de deuren open en dicht op een motor. Die deuren zijn namelijk veel te groot en te zwaar om handmatig te kunnen bedienen. De sluiswachter hoeft dan alleen maar op een knop te drukken.

De sluiswachter houdt met een verrekijker in de gaten welke schepen zijn sluis binnenvaren.

Details en informatie

  • Titel: Sluizen
  • Auteur(s): Gert van der Maten
  • Nummer: jc047
  • Niveau: 2
  • Siso: J 698.1

Video bekijken

123movies