Noorwegen

In het noorden van Europa ligt Noorwegen. Het land is 1800 kilometer lang. Van Oslo, de hoofdstad in het zuiden, naar de Noordkaap, het uiterste puntje in het noorden, is ongeveer even ver als van Oslo naar Rome!
Met 5 miljoen mensen is Noorwegen dunbevolkt. De meeste Noren wonen in de steden, vooral in het westen en zuiden van het land. Oslo, Bergen en Trondheim zijn de grootste en liggen alle drie aan de kust. De regering zorgt ervoor dat ook de ver afgelegen dorpen goed toegankelijk zijn. Overal zijn bruggen, tunnels en kleine vliegvelden aangelegd.

© Terje Rakke / Nordic life -Visitnorway.com

De Sognefjord is met 204 kilometer de langste fjord van Noorwegen. Omdat sommige fjorden wel 1000 meter diep zijn, kunnen zeeschepen ver het land in varen.

Indrukwekkende landschappen

Noorwegen is bekend om zijn fjordenkust. Fjorden zijn diepe inhammen van de zee. Ze zijn ontstaan in de laatste ijstijd toen gletsjers op hun weg naar zee de rotsen weg schuurden. Na de ijstijd liepen de uitgeslepen dalen vol zeewater. 
Het Scandinavisch hoogland is een bergketen die voor een groot deel op de grens met Zweden ligt. De hoogste bergtoppen liggen in Jotunheimen. 
In het noorden heb je toendra’s. De grond is er altijd bevroren. In de zomer ontdooit alleen de bovenste laag. Op de toendra’s groeien mossen en wat lage struiken. Er leven dieren die tegen de kou kunnen, zoals poolvossen, lemmingen en kuddes rendieren.

© iStock Calgary

Oslo is de grootste stad van Noorwegen, er wonen bijna 650.000 mensen. De stad ligt aan een diepe zee-inham, de Oslofjord.

Taal en cultuur

De officiële taal in Noorwegen is Noors. Maar eigenlijk zijn er twee officiële schrijftalen: Bokmål en Nynorsk. De meeste Noren spreken echter een dialect.
Belangrijke feestdagen zijn kerstmis (jul) en midzomer of Jonsok. Dat wordt op 23 juni gevierd met grote vreugdevuren. Op 6 februari is de feestdag van de Samen. Syttende mai (17 mei) is de grote nationale feestdag, dan wordt gevierd dat Noorwegen op 17 mei 1814 onafhankelijk werd van Denemarken.
In de nazomer trekken veel Noren eropuit om wilde bessen en paddenstoelen te plukken. In Noorwegen geldt net als in Finland en Zweden het allemansrecht. Dat betekent dat je overal in de natuur mag gaan en staan, ook al is de grond van iemand anders.