Sponzen geven ons medicijnen

Niels Waarlo, 14 juli 2017

Waar denk je aan bij gif? Grote kans dat je denkt aan een gevaarlijk goedje waarmee bijvoorbeeld planten of dieren je ziek maken of zelfs doden. Dat klopt, maar weet je ook dat gif mensen kan helpen? Een gif bevat stoffen die allerlei bijzondere dingen doen in je lichaam. Dat kan schade aanrichten, maar als je ze op de juiste manier gebruikt, hebben giffen ook goede effecten. Daarom gebruiken we gifstoffen uit de natuur soms om medicijnen te maken.

Sponzen: giftige oceaandieren

Een van de dieren waaruit we gifstoffen halen om er medicijnen van te maken, zijn sponzen. Dat zijn dieren die op de bodem van de oceaan leven. Ze lijken een beetje op planten, want ze bewegen niet. Dat hoeft ook niet, want sponzen zeven voedsel uit het water dat door ze heen stroomt. Ze bevatten dus gifstoffen in hun hele lichaam. Die gifstoffen gebruiken we om medicijnen van te maken. Heb je weleens gehoord van Zovirax, een zalfje tegen koortsblaasjes? Daar zit een stofje in dat uit sponzen komt. Er zijn allerlei soorten sponzen, dus ook allerlei soorten interessante gifstoffen voor medicijnen.

Hoe halen we medicijnen uit gif?

Hoe zo’n gifstof van sponzen in een medicijn terecht komt, vertelt Nicole de Voogd ons. Zij onderzoekt sponzen bij Naturalis, onder meer vanwege de gifstoffen die nuttig zijn voor de mens. “Elk jaar worden er nieuwe nuttige stoffen uit sponzen ontdekt. Als iemand op zoek is naar een nieuw medicijn, worden er sponzen verzameld. Die gaan door een apparaat dat stoffen scheidt. Zo worden de interessante stoffen eruit gehaald. Hierna testen wetenschappers in het laboratorium of deze stoffen bijvoorbeeld werken tegen kanker of bacteriën.”

(c) Naturalis I Licentie: CC BY-NC-SA-4.0
Nicole de Voogd duikt naast een spons

Wat zijn de problemen voor wetenschappers?

Het is knap dat wetenschappers mogelijk bruikbare bestanddelen uit het gif kunnen halen, maar er liggen nog een aantal uitdagingen voor de wetenschap, vertelt Nicole. “Als wetenschappers iets interessants vinden, moet het goed getest worden, voor de veiligheid. Daarvoor is veel van de stof nodig. Omdat het heel moeilijk is om alles uit sponzen zelf te halen, moeten de onderzoekers de stof namaken. Daar gaat het vaak mis. Als de stof te ingewikkeld is om na te maken, wordt het namelijk te duur en niet meer gebruikt.” Gelukkig zijn er gifstoffen die wel goed na te maken zijn. Die kunnen in medicijnen terecht komen. Kort geleden is er nog een medicijn tegen prostaatkanker gemaakt uit een spons die Nicole heeft geïdentificeerd. Zo zie je maar: giftige stoffen zijn voor mensen soms heel nuttig!