Roald Dahl

Roald Dahl

Roald Dahl overleed in 1990, deze biografie is na zijn dood geschreven.

Wie kijkt ’s nachts stiekem wel eens uit het raam om te zien of de Grote Vriendelijke Reus misschien voorbij komt? Wie zou niet net als Sjakie in de chocoladefabriek van Willie Wonka rond willen wandelen? En wie weet niet dat een kind zich heel goed moet wassen voor hij naar buiten gaat? Misschien is die aardige buurvrouw wel een heks… Als je de boeken van Roald Dahl hebt gelezen, komt dit je allemaal bekend voor. Het gaat hier om bekende gebeurtenissen uit verhalen van Roald Dahl. Hij heeft gedurende zijn leven heel wat boeken geschreven, waar kinderen over de hele wereld nog altijd van genieten.

Roald Dahl is misschien wel een van de bekendste kinderboekenschrijvers. Toch had hij vroeger nooit gedacht dat hij boeken voor kinderen zou gaan schrijven. Hij wilde dokter worden. Als kind was hij wel dol op boeken. Bovendien luisterde hij graag naar de verhalen die zijn moeder hem vertelde, over trollen en andere mythische Noorse figuren. De ouders van Roald Dahl kwamen namelijk uit Noorwegen. Ook hield hij een dagboek bij toen hij 8 jaar oud was. Omdat hij niet wilde dat zijn zussen dit zouden weten, verstopte hij het dagboek in een waterdichte doos, vastgebonden aan een tak bovenin een hele grote kastanjeboom.

Op school hadden ze ook nooit gedacht dat Roald Dahl schrijver zou worden. Op een van zijn rapporten schreef de meester zelfs dat hij geen enkel gevoel voor taal had. Ook zou hij een zeer beperkte woordenschat hebben en geen goede zinnen kunnen maken.

Roald Dahl vond het op school helemaal niet leuk. Hij werd daar veel gepest, zowel door de leerlingen als door sommige leraren. Hij heeft op verschillende kostscholen gezeten. Na zijn schooltijd besloot hij om niet verder te studeren. Hij trok veel liever de wereld in om reizen te maken. Zo kwam hij in Afrika terecht, waar hij eerst bij de Shell werkte en later, in de Tweede Wereldoorlog, gevechtspiloot werd. Na een noodlanding raakte Roald Dahl zo zwaar gewond dat hij de rest van zijn leven last bleef houden van zijn rug. Hierna vertrok hij naar Amerika, waar hij zijn eerste verhalen voor volwassenen schreef.

Pas toen Roald Dahl getrouwd was en zelf kinderen kreeg, begon hij met het schrijven van kinderboeken. Zijn eigen kinderen brachten hem op dit idee. Elke avond sloop hij naar de slaapkamer van zijn kinderen om hen voor het slapen gaan een zelfbedacht verhaal te vertellen. Soms wilden zijn kinderen de volgende dag het vervolg horen van een verhaal, omdat het zo leuk was. Hij besloot deze verhalen op te schrijven en zo ontstond ‘De reuzenperzik’. Er volgden al snel meer boeken, zo’n plezier had Roald Dahl in het schrijven. Als hij zelf geen kinderen zou hebben gehad, was hij nooit kinderboekenschrijver geworden. Roald Dahl ontdekte dat hij het heel belangrijk vond dat kinderen lezen. Hij zag het als een uitdaging om kinderen zo ver te krijgen. Het is moeilijk om de concentratie van een kind vast te houden, omdat het snel is afgeleid door zijn omgeving. Toch lukte het Roald Dahl, want zijn boeken werden en worden graag door kinderen gelezen.

Dat zijn boeken met plezier worden gelezen, is ook te zien aan de prijzen die hij voor zijn boeken heeft gekregen. De Nederlandse Kinderjury bekroonde zijn boeken een aantal maal en bovendien ontving hij een paar keer een Zilveren Griffel. Als hij niet in het buitenland had gewoond, had hij zeker ook een keer de Gouden Griffel gewonnen. Helaas wordt deze alleen uitgereikt aan kinderboekenschrijvers uit Nederland. ‘Matilda’ breekt alle records. In 1994 is dit het meest gelezen kinderboek in Nederland.

Roald Dahl schreef de meeste van zijn boeken in een klein hutje in zijn achtertuin. Het was daar gezellig en rustig, zodat hij goed kon werken. De gordijntjes waren altijd dicht en het stond en hing er vol met allemaal spullen, onder andere van zijn overleden vader. Dit hutje was zijn werkkamer. Elke dag was hij daar te vinden. ’s Morgens nam hij eerst zijn fanmail door, om daarna met een kop koffie aan de slag te gaan. Omdat Roald Dahl niet kon typen, schreef hij alles met een pen. Terwijl hij werkte, zat hij op een stoel met een kleed over zijn benen. Over de leuningen van de stoel lag een plank, dat als tafelblad diende. Op de grond voor de stoel stond een kistje waar hij met zijn voeten op kon steunen. Roald Dahl zat altijd in dezelfde werkhouding. Zo werkte hij het beste. In de winter brandde er een kacheltje, want zijn handen moesten warm blijven. Het was in dit hutje misschien wat klein, krap en donker, maar hij was er heel graag.

De boeken die Roald Dahl in zijn hutje heeft geschreven, zitten niet alleen vol humor, maar zijn ook erg spannend. Zelf vond de schrijver dat een boek vooral grappig, spannend en betoverend moet zijn. Opvallend is dat in zijn boeken veel duidelijkheid bestaat over het goede en het slechte. Goede personages zijn vaak dieren of kinderen die het niet gemakkelijk hebben. Ze hebben bijvoorbeeld gemene ouders, zoals Matilda, of ze zijn erg arm, zoals bij Sjakie thuis. De slechten halen alleen maar gemene streken uit, maar door de slimheid van de goeden worden zij elke keer op een bijzonder fantasievolle, soms wat gruwelijke manier gestraft, terwijl de goeden juist worden beloond. In ‘Joris en de geheimzinnige toverdrank’ probeert Joris bijvoorbeeld van zijn akelige, oude, heksachtige oma af te komen. Hij besluit een toverdrankje te maken en dit aan zijn oma te geven in plaats van het drankje dat zij dagelijks inneemt. Met grote gevolgen…. Toch wordt sommige kinderen ook een lesje geleerd. Kijk maar naar Caspar Slok en Violet Beauderest in ‘Sjakie en de chocoladefabriek’. Caspar denkt de hele tijd alleen maar aan eten. Als hij de chocoladerivier ziet, wil hij deze persé opdrinken. Door zijn gulzigheid valt hij in de rivier en verdwijnt. Violet, die de hele dag door op kauwgom kauwt, neemt een nog niet volledig geteste maaltijdkauwgom in haar mond. Zij zwelt op en wordt paars van kleur als gevolg van de bosbessentaart als nagerecht. Hoewel ze er soms dus bijna net zo slecht vanaf komen als volwassenen, spelen kinderen wel altijd een grote rol in de boeken.

Roald Dahl heeft een heel eigen stijl van schrijven, kleurrijk en vol fantasie. Omdat hij eenvoudig schrijft, zijn de verhalen goed te volgen. Volwassenen vragen zich wel eens af of de verhalen niet te gruwelijk zijn voor kinderen. Gelukkig hebben kinderen daar zelf geen last van. In de boeken ‘Boy’ en ‘Solo’ schrijft Roald Dahl over zijn eigen leven. Hierin vertelt hij over zijn jaren op de kostschool. Maar ook in andere boeken komen autobiografische elementen voor. De grootmoeder in ‘De heksen’ is bijvoorbeeld gebaseerd op het karakter van zijn eigen moeder. En het verhaal van ‘Sjakie en de chocoladefabriek‘ is ontstaan naar aanleiding van een jeugdherinnering. Toen Roald Dahl op school zat in Derbyshire, stuurde een chocoladeproducent regelmatig dozen chocolade naar school om deze te laten proeven. Toevallig was Roald Dahl dol op chocolade.

Je kent vast ook wel de tekeningen uit de boeken van Roald Dahl. Deze zijn gemaakt door Quentin Blake, een goede vriend van Roald Dahl. Af en toe heeft iemand anders de illustraties gemaakt, maar met name de tekeningen van Quentin Blake vond Roald Dahl heel goed bij zijn verhalen passen. Roald Dahl is in 1990 op 74-jarige leeftijd aan leukemie overleden. Een paar jaar later richtte zijn weduwe de Roald Dahl Foundation op. Het doel is geld in te zamelen voor projecten op het gebied van hulp bij lees- en schrijfproblemen, bloedziekten en beschadigingen aan hoofd en ruggengraat. Zo blijft de naam van Roald Dahl voortleven; niet alleen door deze stichting, maar natuurlijk vooral door zijn fantastische boeken! 

Wil je nog weer weten over Roald Dahl. Kijk dan op zijn website.

TitelUitgeverijSoort boekLeeftijd
Daantje, de wereldkampioenDe Fontein, 1976Daantje en zijn vader bedenken hoe ze de fazanten van de gemene meneer Hazel kunnen stropen.9+
De fantastische meneer VosDe Fontein, 1972Meneer Vos is een superslimme vos, die met zijn ogen dicht en zijn spitse snuit de boerderijen van Bolus, Bits en Biet weet te vinden. 9+
De Giraffe, de Peli en IkDe Fontein, 1985Bij het Ladderloze Glazenwassersbedrijf werken niet zomaar glazenwassers. 9+
De GriezelsDe Fontein, 1981De verschrikkelijke meneer en mevrouw Griezel halen rotstreken met elkaar en met anderen uit.9+
De heksenDe Fontein, 2016Een jongen en zijn oma moeten het opnemen tegen heksen, die alle kinderen willen uitroeien.9+
De MinpinsDe Fontein, 1992In het Woud van het Kwaad moet Kleine Heintje geholpen door de minpins afrekenen met de rapschranzer om weer thuis te kunnen komen. 4+
De ReuzenkrokodilDe Fontein, 1978Het loopt niet goed af met de Reuzenkrokodil als hij de rivier verlaat om op zoek te gaan naar malse jongetjes.6+
De tovervingerDe Fontein, 1975Als de familie Kreitjes op een jong hert heeft gejaagd, wordt hun buurmeisje woest en zwaait ze met haar tovervinger. 9+
Gruwelijke rijmenDe Fontein, 2015Roald Dahl geeft aan zes welbekende sprookjes een verrassende, humoristische maar vooral gruwelijke wending.9+
GVRDe Fontein, 1983Midden in de nacht wordt Sofie door een reus meegenomen, gelukkig wordt ze niet opgegeten, want het is een GVR ( grote vriendelijke reus).9+
Het wonderlijk verhaal van Hendrik MeierDe Fontein, 1977Bundel met zeven fantastische verhalen van Roald Dahl.12+
Ieorg IdurDe Fontein, 2015De verlegen, eenzame meneer Hoppe is al jarenlang verliefd op mevrouw Zilver, zijn onderbuurvrouw. 9+
Joris en de geheimzinnige toverdrankDe Fontein, 1988Joris heeft zo’n hekel aan zijn nare grootmoeder, dat hij besluit een toverdrank voor haar te maken.9+
MatildaDe Fontein, 1988De superslimme Matilda9+
RotbeestenDe Fontein, 1983Losse, korte verhalen over dieren die streken uithalen.6+
Sjakie en de chocoladefabriekDe Fontein, 2006Door een wedstrijd ontmoet Sjakie de bijzondere figuur Willie Wonka die hem meeneemt op avontuur.9+
Sjakie en de grote glazen liftDe Fontein, 2012Door een wedstrijd ontmoet Sjakie de bijzondere figuur Willie Wonka die hem meeneemt op avontuur.9+