Navigatie overslaan
Kneu / Elwin van der Kolk

Kneu

Common Linnet, Linaria cannabina - Vinken (Fringillidae)

Rode lijst

Kneuen zijn vaak te zien in groepjes, waarbij de vogels erop los kwetteren. Een man kneu in prachtkleed heeft een fraaie karmijnrode borst en 'baret'. De kneu broedt in lage struiken en struwelen nabij kruidenrijke vegetaties, in allerlei tamelijk open landschappen. Ze broeden vaak half-kolonievormig en zoeken hun voedsel ver buiten de territoria. Nederlandse broedvogels overwinteren in Zuidwest-Europa.

Kneu / Agami

Herkenning

Een kleine vinkensoort, kleiner dan huismus. Man heeft een warmbruine rug en in prachtkleed een karmijnrode borst en 'baret'. Na het broedseizoen is dat meer roodbruin. Mannetjes een grijs achterhoofd, bij vrouwtjes en onvolwassen vogels is dit bruingrijs. Vrouwtjes en onvolwassen vogels hebben een zwak gestreepte borst en kruin en hebben geen rood in het verenkleed. Grijze kegelvormige snavel. Vliegt vaak in groepjes met golvende vlucht, druk kwetterend.

Geluid

Zang gevarieerd, doorspekt met kenmerkende roep. Vaak lang aangehouden. Roep: een kenmerkend "geknutter".


13-14 cm

Deze soort lijkt op:

PARTRIDGE

De ernstig bedreigde patrijs is het boegbeeld van het project PARTRIDGE. In twee proefgebieden in Brabant en Zeeland worden hagen aangeplant en ‘keverbanken’ (50 cm verhoogde stroken van drie meter breed ingezaaid met een gras-en-kruidenmengel) aangelegd. En deze aanpak blijkt te werken.

Lees meer over PARTRIDGE

Leefwijze

Broeden

Broedt vanaf half april tot eind juli, meestal tussen eind april en half juni. Heeft twee tot drie broedsels per jaar met meestal 4-6 eieren. Broedduur 12-13 dagen. Bouwt nest vaak in laag en middelhoog struweel met uitstekende takken, liefst in doornige struiken, niet te dicht en niet te open. Ze broeden graag in semi-koloniaal verband. Niet erg territoriaal, soms meerdere nesten in een struik. De jongen zitten 12-17 dagen op het nest. Na uitvliegen, krijgen ze nog een tijdje begeleiding van de ouders.

Video in nieuw venster openen

Leefgebied

De kneu broedt in dichte struiken in allerlei halfopen landschappen. Het talrijkst zijn kneuen in de duinen en in akkerbouwgebieden met hagen, maar ze broeden ook op plekken met jonge aanplant, oude struikheide met opslag en soms stedelijke bebouwing (tuinen, jonge groenvoorziening). Vanuit de liefst doornige struiken ondernemen kneuen in kleine groepjes voedselvluchten van soms drie kilometer naar plekken met een rijk aanbod aan zaden. Vanaf juli vormen zich groepen op voedselrijke plekken.

Voedsel

De kneu is een echte zaadeter en gedijt het best op plaatsen met veel kruiden en grassen. Wilde soorten, maar ook cultuurgewassen zoals koolzaad, mosterdzaad en lijnzaad. Vroeg in de lente zijn vogelmuur, veldkers, vroegeling en varkensgras belangrijke voedselbronnen, later ook paardenbloem, brandnetel, distel en kaardenbol. Ook de nestjongen eten uitsluitend zaden.

Vogeltrek

In Nederland broedende kneuen trekken via Zuidwest-Frankrijk weg naar Spanje en Marokko. In Nederland ook doortrekkers vanuit Engeland, Duitsland en Noord-Europa. Er zijn overwinteraars op plekken met voedsel in het agrarisch gebied. Na het broedseizoen vanaf half september begint de najaarstrek tot eind oktober met een piek rond half oktober. De voorjaarstrek begint ongeveer half maart en loopt tot begin mei, met een piek rond half april. Trekt meestal overdag met tussenstops in grote groepen langs kusten en rivierdalen.

Vogelbescherming Optiek

Ruime sortering, hoge kwaliteit in alle prijsklassen, 40 jaar expertise en persoonlijk advies in de winkel in Zeist. Ons enthousiaste en deskundige winkelteam demonstreert graag de verschillende modellen en mogelijkheden, zodat je zelf kunt vergelijken en op je gemak een keuze kunt maken. Én je steunt het werk van Vogelbescherming.

Bekijk onze optiek

Verspreiding en aantal

talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in groot aantal

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

De aantallen kneuen in bos, heide en duin zijn sinds midden jaren zeventig met minimaal 35-50% teruggelopen. In agrarisch cultuurlandschap is sprake van een afname van mogelijk meer dan 60% in de periode vanaf 1990. De huidige populatie bedraagt hooguit een kwart van die anno 1960. Laatste tien jaar stabiliseert de kneu zich op een laag niveau.

Aantallen in Nederland

Aantal broedparen 33.000-55.000 (in 2018-2020)
Geschat maximum aantal overwinteraars 25.000-40.000 (in 2013-2015)
Doortrekkers 50.000-200.000 (in 2008-2012)

Bron: sovon.nl

Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.

Waarnemingen

Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl

Kijktip

Op Texel en in Drenthe bevinden zich grote dichtheden broedvogels.

In Europa

De kneu is een wijdverspreide vogelsoort. Het leefgebied strekt zich uit van Ierland via zuidelijk Fenno-Scandinavië tot ver in Siberië. De oostgrens van dit gebied wordt ongeveer gevormd door de 93 graden Oosterlengte-meridiaan. Ook in het Mediterrane gebied komen veel kneuen voor. Spanje, Frankrijk en de Oekraïne hebben de grootste hoeveelheden broedvogels van de Europese landen.

Meer informatie


Bescherming

De aantallen van de kneu zijn in Nederland de laatste vijftig jaar sterk achteruitgegaan, met meer dan de helft. In agrarisch cultuurlandschap speelt gebrek aan voedsel en nestgelegenheid de kneu parten. Voedselgebrek is er als gevolg van bestrijdingsmiddelen, veranderde gewaskeuze (meer snijmaïs), verdergaande uniformiteit van gewasteelt en het verdwijnen van overhoekjes, stoppelvelden, kruidenrijke bermen en akkerranden. Ook nestgelegenheid in dichte hagen verminderde op veel plekken. De ontwikkelingen in de landbouw zijn op enkele uitzonderingen na niet hoopgevend voor de kneu. Problemen in de Zuidwest-Europese winterkwartieren (voedselgebrek?) zijn aannemelijk; kennis hierover is gewenst.

De kneu staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.

Wat wij doen

Vogelbescherming strijdt op vele manieren voor een meer natuurlijk platteland. Dat gebeurt onder meer via lobby achter de schermen voor een landbouwbeleid waarbij de natuur niet het kind van de rekening is, maar ook via het stimuleren van voorbeeldprojecten rond natuurgericht akkerbeheer, waar vogels als de kneu van profiteren. Verder verzorgt Vogelbescherming voorlichting aan erfbewoners hoe zij hun erven zo kunnen inrichten dat de kneu daar voordeel van kan hebben en stimuleert Vogelbescherming wetenschappelijk onderzoek naar effectieve beschermingsmaatregelen voor boerenlandvogels.

Wat kun jij doen

De kneu leeft niet van zaden van bomen, zoals de meeste andere vinken en gorzen, maar uitsluitend van zaden van kruiden. Hij is daardoor extra gevoelig voor herbiciden en intensieve landbouw en tuinonderhoud.

De kneu kan goed worden geholpen. In het boerenland kan dat door aangepast beheer met speciaal ingerichte akkerranden en veldjes, waar in winter en vroege voorjaar volop voedsel is te vinden. Dit is voor veel zaadetende vogels een cruciale tijd omdat de zaadvoorraad opraakt en veel voedselplanten nog niet zijn opgeschoten.

Ook op bedrijventerreinen en op braakliggend terrein zijn gunstige plekken voor kneutjes te creëren, evenals in parken aan de randen van dorpen en steden. Dit kan door de vogels nestgelegenheid aan te bieden in de vorm van dichte struiken als sleedoorn en meidoorn en door onkruiden niet weg te spuiten, te schoffelen of onder te werken.

Wanneer jouw tuin grenst aan grote open plekken, braakliggend (bijvoorbeeld bouwrijp gemaakt) terrein of akkers, dan zijn doornige struiken zoals meidoorn erg geschikt als nestplek. Bijvoeren kun je de kneu met zaden op open voedertafels, maar ze komen niet snel op voertafels af.

 

Meer weten?

Actuele berichten

Downloads


Wet- en regelgeving

De kneu is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kneuen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kneu wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Algemene regels

De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:

  • vogels opzettelijk te doden of vangen;
  • nesten, rustplaatsen en eieren van vogels opzettelijk te vernielen of beschadigen of nesten weg te nemen;
  • eieren van vogels te rapen en onder zich hebben;
  • vogels opzettelijk te storen;
  • vogels, dood of levend, dan wel delen of producten daarvan in bezit te hebben, te vervoeren en in de handel te brengen.

Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.

De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:

  • de algemene zorgplicht die stelt dat iedereen voldoende zorg moet dragen voor de fysieke leefomgeving;
  • de specifieke zorgplichten voor natuurgebieden en inheemse vogels die erop gericht zijn om nadelige effecten te voorkomen, beperken of herstellen;
  • de verplichting om onnodig lijden te voorkomen bij het legaal doden of vangen van dieren in het wild;
  • het algemene verbod op dierenmishandeling (Wet dieren).

Bijzondere regels

De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van kneuen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.

Meer weten?

© Foto's: AGAMI   © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk   © Video's: Natuur Digitaal