Moeder Teresa

Een leven in eenvoud voor de allerarmsten

Moeder Teresa

Afkomst

Moeder Teresa wordt op 26 augustus 1910 geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu in een Albanees gezin in Skopje. Deze stad, tegenwoordig gelegen in de onafhankelijke republiek Macedonië, maakt dan deel uit van het Ottomaanse of Turkse rijk. Zij groeit op in een streng katholiek gezin, waarvan de vader handelaar is, in een omgeving die vooral islamitisch is. Al op jonge leeftijd heeft zij veel belangstelling voor religieuze lectuur. Door het plotselinge overlijden van haar vader en het wegvallen van zijn inkomen krijgt het gezin te maken met armoede. Agnes vindt dan nog meer troost bij geestelijke lectuur en sluit zich aan bij een groepje mensen dat correspondeert met missionarissen in India (in die tijd nog de Engelse kolonie Brits-Indië). Het maakt haar nieuwsgierig naar dit land: zij voelt in die jaren de roeping om als missionaris in dat land te gaan werken.

Nikollë Bojaxhiu (1874–1919), vader van Moeder Teresa.

Wikimedia Commons

Naar India

In 1928 vertrekt zij naar Ierland om zich daar aan te sluiten bij de congregatie van Our Lady of Loreto, die vestigingen in India heeft. Agnes toont zich een snelle leerlinge: nadat zij de Engelse taal onder de knie heeft gekregen, komt zij in aanmerking voor een verdere opleiding in India. Daarheen vertrekt zij in 1929. Intussen heeft Agnes de naam Teresa aangenomen, een verwijzing naar haar grote voorbeeld: Theresia van Lisieux. Ook deze wilde ‘het goede doen in alledaagse dingen’ en was inmiddels heilig verklaard. Na het afleggen van de geloften gaat zij als lerares aan de slag op Saint Mary’s Loreto Convent High School in Calcutta, een school waar vooral kinderen van welgestelde ouders zitten. Moeder Teresa geeft er les in aardrijkskunde en godsdienst. Zelf leert ze er Hindoestaans en Bengaals en wordt in 1944 aangesteld tot hoofd van de school. Na enkele jaren ervaart zij dit als zeer onbevredigend: buiten de kloostermuren ziet zij steeds meer de onbeschrijflijke armoede van de kanslozen. Voor hun lot wil zij zich inzetten. Haar lichamelijke gezondheid is in die jaren al niet sterk, bovendien krijgt zij tuberculose. Zij moet stoppen met lesgeven en wordt naar een vestiging van de orde in Darjeeling gestuurd, een plaats in de uitlopers van het Himalayagebergte.

Theresia van Lisieux

Opnieuw geroepen

Tijdens de treinreis naar Darjeeling wordt zij op 10 september 1946 – naar haar zeggen - voor de tweede keer in haar leven door God geroepen. De boodschap was: ‘Ik moest alles opgeven en Jezus volgen naar de sloppenwijken om hem in de allerarmsten te dienen. Ik wist dat het Zijn wil was en dat ik Hem moest volgen.’ Deze boodschap pakt zij op. Zij geeft haar baan als lerares definitief op om daarmee haar werk op straat onder de allerarmsten te vergemakkelijken. Later wordt zij zelfs Indiaas staatsburger. Teresa gaat in een ziekenhuis werken en volgt daar de opleiding tot verpleegster. Elke ochtend begeeft zij zich in alle vroegte te midden van de armste mensen, die uitgehongerd leven in de armste buurten in Calcutta. Daar maakt zij mee hoe een uitgeteerde vrouw stervende op straat ligt, zelfs vlak voor het ziekenhuis. Zij besluit de vrouw mee te nemen in een gehuurd busje naar een onderkomen waar zij in ieder geval waardig zou kunnen sterven. ‘Die vrouw heeft mij over de drempel geholpen’, zegt Teresa later.

Zusters van Naastenliefde

Aan de paus heeft zij inmiddels gevraagd om uit de orde te mogen treden. Zij wil namelijk een eigen organisatie opzetten: de congregatie van de Missionaries of Charity of Zusters van de Naastenliefde. De pauselijke toestemming hiervoor krijgt zij in 1950. Het gaat haar daarbij niet om het winnen van zieltjes. Zij wil haar handen uit de mouwen steken om daadwerkelijk iets aan de bittere armoede te doen. Duizenden vrijwilligers melden zich inmiddels aan. Er wordt een uniform ingevoerd om als groep herkenbaar te zijn. Het bestaat uit een sari van de eenvoudigste stof met daarop blauwe strepen die aangeven dat je deel uitmaakt van de congregatie. Overal in de wereld zetten de zusters opvanghuizen op voor ouderen, weeskinderen, blinden en lijders aan lepra. Tevens stichten zij scholen voor de armste, door hun ouders in de steek gelaten kinderen. Het werk van Teresa en haar volgelingen krijgt een steeds grotere bekendheid over de gehele wereld. Haar charismatische persoonlijkheid speelde daarbij een onmisbare rol. Later wordt haar orde uitgebreid met een afdeling voor mannen. De ‘Broeders van Naastenliefde’ werken vanuit dezelfde doelstellingen, maar vormen afzonderlijke gemeenschappen.

Moeder Teresa aan het werk voor de allerarmsten in Calcutta.

Wereldbekende persoonlijkheid

In 1979 ontvangt Moeder Teresa voor haar werk de Nobelprijs voor de Vrede. Zij weigert deel te nemen aan het overvloedige banket dat na afloop van de prijsuitreiking wordt gegeven. Op haar aanwijzing wordt het geld dat wordt uitgespaard geschonken aan de allerarmsten in Calcutta. Zij is dan inmiddels de wereldbekende persoonlijkheid die de bijnaam ‘Saint of the Gutters’ (‘Heilige van de Goot’) heeft gekregen. Vanwege haar sobere levensstijl en consequente inzet voor de allerarmsten heeft zij zowel bij wereldleiders als bij het grote publiek een groot ontzag weten op te roepen. Toch zal er om allerlei redenen later vanuit verschillende kanten ook kritiek op haar werkwijze komen.

Op dit plaatje gemaakt tijdens een processie op Haïti (nog voor de grote aardbeving van 2010) is het uniform van de Zusters van Naastenliefde duidelijk te zien: een sari van eenvoudige stof met daarop blauwe strepen.

Een wonderbaarlijke genezing

Vanaf 1989 ondervindt zij steeds meer problemen met haar gezondheid. Op 5 september 1997 overlijdt zij in het hoofdkwartier van de Zusters van Naastenliefde te Calcutta. Precies een jaar na haar overlijden vindt in India een wonderbaarlijke genezing plaats die onmiddellijk wordt toegeschreven aan Moeder Teresa. Een Indiase vrouw die lijdt aan een kwaadaardige tumor in haar buik neemt deel aan een viering. Bij het binnengaan van de kerk ziet zij een foto van de overleden Moeder Teresa: uit haar ogen komen lichtstralen. De vrouw voelt zich duizelig worden en wordt door nonnen op een bed gelegd. De nonnen leggen een medaillon van Maria, dat een jaar daarvoor over de buik van Moeder Teresa was gestreken, op haar borst. Zes uur later blijkt de vrouw te zijn genezen. Dit wonder wordt door paus Johannes Paulus II erkend. Hiertoe worden 113 getuigen gehoord en 35.000 pagina's aan documentatie verzameld. Er bestaat echter controversie over de waarheidsgetrouwheid van deze getuigen en documentatie.

Zalig- en heiligverklaring

Normaal gesproken wordt het proces van zaligverklaring pas vijf jaar na het overlijden opgestart. Paus Johannes Paulus II heeft spoed achter dit proces gezet, waardoor voor het eerst in de geschiedenis met deze termijn geen rekening werd gehouden. Op 19 oktober 2003 wordt Moeder Teresa door de paus tijdens een massale plechtigheid in aanwezigheid van enkele prominente figuren als koningin Fabiola van België en de vrouw van de Franse president Chirac zalig verklaard. Haar jaarlijkse feestdag wordt voortaan op 5 september gevierd. Op zondag 4 september 2016 is zij door paus Franciscus in een plechtigheid op het St.-Pietersplein heilig verklaard.

Veel prominenten legden een bezoek bij haar af in Calcutta. Hier zijn we prinses Diana. Kort voor het overlijden van Moeder Teresa in september 1997 is Diana aan de gevolgen van een ernstig auto-ongeluk in Parijs overleden .

Een ontmoeting met paus Johannes Paulus II. Na het overlijden van Moeder Teresa zette de paus spoed achter het proces van zaligverklaring van deze 'Saint of the Gutters'.