Bloemen
In tuinen staan bloemen, maar ook langs de weg. Veel mensen vinden het leuk om bloemen te kopen. Voor iemand die jarig is of voor iemand die je lief vindt. Bloemen koop je in een kraampje of een bloemenwinkel.
De steel en de knop
De meeste bloemen bloeien in de lente. De knop van een bloem groeit aan een steel. Om de knop zitten
kelkblaadjes die de knop beschermen tegen het weer.
In de knop zitten de
kroonblaadjes die naar buiten komen. Ertussen zitten meeldraden. Daarop zit geel poeder. Dat is
stuifmeel.
Bijen aan het werk
Als bloemen lekker ruiken, lokken ze
insecten, zoals bijen. Als een bij in een bloem kruipt, komt er stuifmeel op haar lijf en haar poten. Dat neemt ze mee naar de volgende bloem. Daardoor kunnen er
zaadjes gaan groeien.
Wilde bloemen en kweekbloemen
Wilde bloemen in de wei of langs de weg leven van zonlicht en regen. Op het land en in een kas zorgen mensen dat er bloemen groeien. Dat heet
kweken. Kwekers brengen hun bloemen naar de veiling. Daar koopt een
bloemist de bloemen voor in de winkel of de bloemenkraam.