Ken je één skelet, dan ken je ze allemaal

Krista Leusink, 13 december 2018

Tafels bestaan uit een blad en vier poten. Skeletten hebben ook altijd hetzelfde bouwplan. Hoe herken je een bouwplan en wat is er handig aan?

Bottenpuzzel

Dinogravers puzzelen van botten een skelet. Een rib van een meter, een teenkoot zo groot als een broodje en een wervel waar die van jou wel tien keer in past. Anne Schulp, onderzoeker en expeditieleider van Naturalis, probeert bij de opgraving van Triceratopsen de gevonden botten te herkennen. Anne vergelijkt Triceratopsbotten met botten van dieren die nu leven. Botten van dinosauriërs lijken op botten van dieren van nu, daarom ook op de botten in jouw lijf. Het scheenbeen van Triceratops is een maatje groter dan het bot dat aan de voorkant van jouw onderbeen zit en heeft ongeveer dezelfde vorm. Alle gewervelden dus ook honden, muizen, mammoeten en dinosauriërs hebben dezelfde botten. Puzzelen gaat makkelijker als je het bouwplan kent. 

Krista Leusink - Naturalis | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0
Anne aan het opgraven.
Een Triceratops scheenbeen
Krista Leusink - Naturalis | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0

Welke botten in het skelet van Triceratops heb jij ook? Deze botten horen bij het bouwplan.

Skelet Triceratops
Scott Hartman, 2013 | Licentie: Alle rechten voorbehouden

Bouwplan

Het bouwplan van alle skeletten bestaat uit dezelfde zeven botgroepen. Door naar botgroepen te kijken zijn skeletten van verschillende dieren beter te vergelijken en begrijpen.

Elke botgroep heeft dezelfde functie:

  1. De waslijn van het skelet is de ruggengraat, waar ook de staart bij hoort. Aan de waslijn hangt de was. Dat zijn de andere botgroepen. Door gaten dwars door alle wervels loopt het ruggenmerg, de belangrijkste zenuwbundel in het lichaam.

  2. De schedel is een doos om de hersenen en de zintuigen te beschermen.

  3. De ribbenkast is een kooi die het hart en de longen beschermt.

  4. In de schouderbladen van de schoudergordel zijn holten om de voorpoten te bevestigen.

  5. Met voorpoten bewegen dieren zich voort: ze zwemmen, lopen of vliegen. Mensen lopen rechtop waardoor wij  met onze armen ook andere dingen kunnen doen: tanden poetsen, een muurtje metselen of een dino opgraven.

  6. Aan de bekkengordel zitten de achterpoten. Het dijbeen draait in het bekken waardoor beweging mogelijk is.

  7. De achterpoten zijn om mee te bewegen. Er zijn bijvoorbeeld springpoten bij de kangoeroe, peddelpoten bij de zwaan en looppoten bij de hond.

Variaties

Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren hebben allemaal een inwendig skelet. Toch is de variatie bij deze dieren groot. Denk weer even aan de tafel die een blad en vier poten heeft, maar er zijn ook heel veel verschillende tafels. Een salontafel is klein en laag, een vergadertafel groot, een picknicktafel kan tegen de regen. En in een kaptafel zit een laatje voor make-up en er zitten spiegels op. Zo is het ook bij skeletten. Het bouwplan varieert afhankelijk van de leefomgeving. Het skelet van Triceratops bestaat uit grote stevige botten en heeft als extraatje een grote kraag om indruk mee te maken. Een mus is veel kleiner en de botten zijn licht zodat hij kan vliegen. Jij bent een gewerveld dier dat altijd rechtop loopt, je skelet is daarop aangepast. 

Erik-Jan Bosch - Naturalis | Licentie: CC BY-SA 4.0
Het bouwplan van de mens in dezelfde houding als Triceratops

Kip gegeten? Vergelijk de botjes met die van jezelf, een mammoet, of een Triceratops. Verzamel botten in bos, duin of bij een BBQ-plek. Zoek uit van welke dieren ze zijn en begin een verzameling.