De tuatara: de laatste der Brughagedissen

Jeffrey Kok, 7 januari 2021

Zo’n 200 miljoen jaar geleden ontstond er een succesvolle groep van reptielen, Sphenodontia. Samen met de dinosauriërs domineerden zij de aarde tot ongeveer 66 miljoen jaar geleden. Hierna verdwenen vele soorten dieren, zoals de dinosauriërs. Ook Sphenodontia moesten het toneel verlaten. Allemaal? Niet helemaal, in Nieuw-Zeeland komt nog één soort voor: de brughagedis of tuatara (Sphenodon punctatus).

Onderdeel van:

Brughagedissen

Tuatara's zijn brughagedissen. Ze lijken misschien veel op hagedissen en slangen, maar die behoren tot een heel andere groep, de schubreptielen (Squamata). De tuatara is een beetje anders dan de moderne hagedissen die wij kennen. Aan de buitenkant is het verschil nauwelijks te zien, maar aan de binnenkant is de tuatara “primitief” vergeleken met moderne hagedissen. Ze zijn weinig veranderd ten opzichte van hun verdwenen familieleden.

Waarin verschillen brughagedissen van andere hagedissen?

Brughagedissen hebben geen echte tanden, maar puntige uitsteeksels van het kaakbeen. Ook hebben ze geen gehoorgangen zoals hagedissen, maar kunnen ze wel gewoon geluid waarnemen. Ze hebben het liefst koel weer, terwijl hagedissen de warmte opzoeken. Ook het geslachtsdeel van de mannetjes is anders dan bij hagedissen: ze hebben geen hemipenis (gespleten penis). Het meest merkwaardige lichaamsdeel is een ‘derde oog’ op de bovenkant van het hoofd. Waarom dit ‘oog’ handig is? Daar zijn onderzoekers nog niet over uit, ze kunnen er niet mee zien zoals met een normaal oog. Het oog is vooral goed zichtbaar bij jonge dieren. Zodra de dieren ouder worden, wordt het ‘oog’ bedekt met schubben en is het niet meer duidelijk zichtbaar. Hagedissen hebben ook een derde ‘oog’, maar dit is minder functioneel.

Schedel van de Tuatara
Auckland Museum | Licentie: CC BY 4.0

Bedenk waar een ‘derde oog’ handig voor zou kunnen zijn.

Een ‘koel’ reptiel

Tuatara’s komen alleen voor in Nieuw-Zeeland. Ze leven op North Brother Island en langs de kusten van het Noordereiland, waar de temperaturen mild zijn, ideaal voor de tuatara. Temperaturen rond de 18 graden vinden ze het prettigst, maar ze blijven actief tot zelfs 7 graden. Deze aanpassing aan lagere temperaturen betekent wel dat alles heel traag gaat bij de tuatara; van spijsvertering, ademhaling tot bewegen. Hogere temperaturen verdragen tuatara’s slecht, gelukkig wordt het waar de tuatara voorkomt zelden warmer dan een behaaglijke 21 graden.

Een traag reptiel

Tuatara’s groeien heel langzaam. Het duurt wel tien jaar tot de dieren volwassen zijn. Ze kunnen wel heel oud worden, meer dan 100 jaar zelfs! Ook met de voortplanting gaat het allemaal niet heel snel; de dieren paren pas als ze rond de tien tot twintig jaar oud zijn. Na de paring, kan het zomaar een jaar tot soms zelfs drie jaar duren voordat de jongen uitkomen. Ze nemen dus de tijd.

Chester Zoo - YouTube | Licentie: Alle rechten voorbehouden

Tuatara kruipt uit het ei in Chester Zoo.

Welke dieren worden ook heel oud?

Gevarieerd dieet

Tuatara's eten vrijwel alles wat voor hun bek komt, zoals krekels, slakken, wormen, hagedissen, eieren en kuikens van stormvogels. Ook jongen van hun eigen soortgenoten zijn niet veilig! Tuatara's jagen vanuit een hinderlaag, ze liggen vaak in een uitgegraven hol. Dat kan een nest van een stormvogel zijn, maar ze graven soms ook zelf holen. Hierin wachten ze geduldig tot er een lekker hapje voorbij wandelt. Dan slaan ze toe.

Tuatara’s in Naturalis

Naturalis bewaart in de collectie verschillende tuatara’s voor onderzoek. Ook in de tentoonstelling is er een te vinden. Neem eens een kijkje in zaal Leven als je het museum bezoekt en probeer hem te vinden.

Tuatara in de collectie van Naturalis
Naturalis Biodiversity Center | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0