Hoe oud is dat bot?

Julia Staats, 7 juli 2021

Tijdens een wandeling over het strand na een stevige storm vind je een stukje bot. Geluksvogel! Je bekijkt de vondst eens goed. Het ziet er een beetje vreemd uit. Een bot hoort toch wit te zijn? Misschien is het wel een heel oud bot. Maar hoe bepaal je de ouderdom van een bot?

Een eerste blik

Door een bot goed te bekijken, kom je al meer te weten. De kleur en mate van verstening van het bot geven een eerste hint. Een ouder bot is meestal meer vesteend waardoor het donkerder en zwaarder is dan een nieuw bot. Maar kleur is helaas niet een heel betrouwbaar kenmerk. Soms zijn minder oude botten ook verkleurd als ze bijvoorbeeld een tijdje in zee hebben gelegen. 

Hoe komen die botten en fossielen op het strand terecht?

Zie jij welke twee van de vier botten fossiel zijn? Het gaat om bovenarmen van een rund (links) en schouderbladen van een paard (rechts).
Martijn Guliker I Naturalis | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0

Tip: Vind je een fossiel op het strand? Laat het dan eerst opdrogen. Als het daarna nog steeds bruin is, heb je misschien wel een bot uit de ijstijd!

Gidsfossielen

In Nederland vinden we vooral fossielen die zijn aangespoeld op het strand. Op andere plekken worden ze opgegraven uit de grond: denk maar aan de spannende opgraving van de triceratops in Amerika. En dat is handig, want voor dit soort fossielen is er een betere manier om de ouderdom te bepalen. Onderzoekers doen dit door naar andere fossielen in de lagen erboven en eronder te kijken. Dat werkt zo. Van veel fossielen is bekend hoe oud ze zijn en in welke aardlagen ze voorkomen. Zulke fossielen noem je gidsfossielen. Als je weet dat een gidsfossiel 100 miljoen jaar oud is en jouw vondst er net iets boven ligt, is jouw vondst dus net iets jonger. Een nadeel is dat dit niet werkt voor aangespoelde fossielen op het strand; dit blijft een schatting.

Wat zijn handige gidsfossielen?

TheusiNo I Pixabay | Licentie: CC0
Verschillende lagen gesteenten. Elk met een eigen verhaal en soms met fossielen.

Vind je op twee totaal verschillende plekken dezelfde soort fossielen? Dan zijn de lagen gesteenten waarschijnlijk even oud. Muizen, schelpen en sporen van planten kwamen vroeger al veel en verspreid voor over grote gebieden. Dat vergroot de kans dat je op twee verschillende plekken dezelfde fossielen vindt. Onderzoekers zoeken na een opgraving bijvoorbeeld met een microscoop naar muizenkiesjes. “Als je een lekkere laag hebt, dan vind je wel honderden muizenkiezen!”, vertelt paleontoloog Lars van den Hoek Ostende

Wat zou jij doen als je een fossiel vindt?

Grondig onderzoek

Gelukkig hebben wetenschappers nog een handige manier bedacht om de ouderdom van een fossiel te bepalen. Dit doen ze met behulp van de zogenaamde radiometrische datering. Bij deze techniek meten onderzoekers hoeveel radioactieve stofjes er over zijn in het fossiel. De bekendste methode hiervan is de koolstofdatering. Maar hiermee kun je fossielen tot ‘slechts’ 50.000 jaar oud dateren. Dat is handig voor fossielen uit de laatste ijstijd, maar daar heb je niks aan als je naar dinobotten kijkt. Hiervoor gebruiken ze de uranium-looddatering. Daarmee kun je de ouderdom tot wel 4,5 miljard jaar terug bepalen. Dat is ongeveer zo oud als de aarde is!

Hoe werkt koolstofdatering?

Koolstof is de bouwstof voor al het leven. Een plant gebruikt koolstof uit de lucht om te groeien. Dieren eten deze planten en krijgen het op die manier binnen. In de lucht zit ook een bijzondere vorm van koolstof: radioactief koolstof-14 (C-14). Dat klinkt gevaarlijk, maar dat is het niet. Ook deze speciale vorm wordt gewoon als bouwstof gebruikt. Het bijzondere van radioactief koolstof is dat het niet altijd blijft bestaan. Beetje bij beetje verdwijnt het uit het lichaam. Bij levende dieren en planten komt er elke keer weer een beetje bij, maar bij dode niet meer. Hier maken de onderzoekers slim gebruik van. Ze meten hoeveel radioactief koolstof er over is: hoe minder, hoe ouder het bot. Het verdwijnen van C-14 gaat heel langzaam. Pas na 5730 jaar is de helft van de hoeveelheid C-14 verdwenen. Hoe oud zijn botten die nog maar een kwart C-14 bevatten ongeveer?

Waarom kunnen we koolstofdatering niet gebruiken voor dinobotten?

Erik-Jan Bosch I Naturalis | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Het verval van koolstof C-14. Als een dier sterft, neemt de hoeveelheid C-14 langzaam af. Na 22.920 jaar is er nog 12,5% over.

Dit onderzoek is natuurlijk lastig en kun je helaas niet zelf doen. Wat ben jij te weten gekomen over jouw vondst? Klik hier als je jouw eigen vondst wilt determineren. Heb je nog nooit een fossiel gevonden, maar ben je geïnspireerd en ga je er naar op zoek? Kijk hier voor tips!