1. |
knip uit het papier een rechthoek van 21 cm lang en 6 cm breed |
2. |
vouw de rechthoek in het midden dubbel zodat hij 10,5 cm lang wordt |
3. |
leg het dubbelgevouwen papier met de vouw naar links |
4. |
teken rechts op het papier een grote cirkel |
5. |
maak van de cirkel een blij gezicht met ogen die naar links kijken |
6. |
vouw het papier open |
7. |
trek de afdruk van de cirkel over |
8. |
maak van de nieuwe cirkel een droevig gezicht met ogen die naar rechts kijken |
|
vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je deze twee plaatjes heel snel achter elkaar laat zien? |
9. |
vouw het papier weer dicht |
10. |
rol het bovenste plaatje om de pen |
11. |
haal de pen uit het opgerolde papier |
12. |
beweeg de pen in het gekrulde papier snel naar rechts en naar links (en naar rechts enzovoort) |
|
vraag 2: Wat gebeurt er? |
|
vraag 3: Hoe denk je dat dit komt? |