Monopoly

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het logo van Monopoly
Duits monopoly spelbord

Monopoly is één van de meest verkochte bekende bordspellen ter wereld. Er zijn ruim 200 miljoen spellen verkocht. Het is in 26 talen te spelen. Het spel is door de Parker Brothers in 1935 uitgebracht. Ook zijn er verschillende varianten bedacht, er komen nog steeds geregeld bijzondere edities uit.

Spelregels

Oudste uitgave

In onderstaande tabel staat de verdeling van de oudste editie en de nieuwere edities (dit zijn de bedragen van de oudste editie x 100):

Waarde Oudste uitgave Nieuwere uitgave Europa-editie Aantal per speler, bij aanvang
1 geel 100 oranje geen biljet maar munt 5
5 blauw 500 blauw blauwpaars 7
10 wit 1.000 wit rood 13
20 groen 2.000 groen blauw 3
50 beige 5.000 bruin oranje 4
100 oranje 10.000 paars groen 6
500 paars 50.000 rood roodpaars 1
Monopolygeld (latere variant). De 50.000 is niet afgebeeld

Aan het begin van het spel krijgt iedereen startgeld. Als je langs "Start" komt krijg je 20.000 salaris. Met dat geld kan een speler straten stations en nutsbedrijven waar hij met zijn pion op komt kopen. Als een straat al van iemand is, moet je huur betalen.

Wanneer een speler alle straten van dezelfde kleur in zijn bezit heeft, mag hij er huizen of hotels op zetten. Die huizen en hotels maken de huur hoger. Het verschilt per straat hoe duur de huizen zijn. Een speler kan pas een hotel neerzetten als er vier huizen op zijn straat staan. Stations en nutsbedrijven kunnen niet bebouwd worden. Het station zijn huur wordt verhoogd als de speler meerdere stations bezit. En nutsbedrijven bepalen de huur door het aantal ogen dat gegooid werd. Een nutsbedrijf in zijn eentje doet het aantal ogen keer 400, maar twee nutsbedrijven doen het keer 800. Ook zijn er kans- en algemeen fonds-kaartjes, waar gunstige èn ongunstige dingen op staan. Zoals: ga naar de gevangenis, kom uit de gevangenis (die mag je bewaren), betaal belasting, je bent jarig, iedere speler betaalt je 1000, enz.

Je komt ook in de gevangenis als je drie keer achter elkaar dubbele ogen gooit, of als je precies op "Naar de gevangenis" aan de rand van het bord uitkomt. Als je op het vakje "In de gevangenis" komt, zit je niet in de gevangenis maar ben je alleen op bezoek.

Geschiedenis

Charles B. Darrow, een werkloze verwarmingsmonteur, heeft het spel dat wij nu kennen als Monopoly bedacht. Hij is met zijn idee naar de Parker Brothers gegaan en zij hebben het goedgekeurd. Hij had de bedelarmband van zijn vrouw gebruikt voor de pionnen. Daarom zijn de pionnen nu ook strijkijzers en vingerhoedjes. Hij liet in 1934 5000 exemplaren drukken in een warenhuis in Philadelphia. Die werden razendsnel verkocht. Charles B. Darrow stierf dan ook als multimiljonair. De Parker Brothers werden er ook niet armer van, het eerste jaar werden er al een miljoen spellen verkocht. De Britse speelgoedfabriek Waddingtons begon datzelfde jaar ook met verkopen. Zo ging het spel de hele wereld rond.

Straatnamen

Alle straatnamen in de monopoly spellen zijn bestaande namen, in welke taal dan ook. In de Nederlandse versie gebruiken ze namen zoals dorpsstraat, ons dorp, lange poten uit ’s Gravenhage en de duurste is de Kalverstraat in Amsterdam.

Dyscalculie en monopoly

Voor mensen met Dyscalculie kan het spelen van Monopoly heel moeilijk zijn je moet goed met geld kunnen omgaan en de regels over rente kunnen lastig zijn naast het kunnen rekenen met geld.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Monopoly&oldid=803594"