Spreekbeurt witsnorboomkikker

Hoe ziet de witsnorboomkikker eruit?

De witsnorboomkikker is een middelgrote kikker van vijf tot tien centimeter lang. Hij is slank gebouwd. Zijn kop is hoekig en hij heeft een puntige neus. Hij heeft grote ogen en op zijn kin heeft hij een witte streep. De witsnorboomkikker is licht- tot donkerbruin van kleur, vaak met vlekjes of strepen, en hij heeft een witte buik. Zijn huid is glad. Op zijn vingers en tenen heeft hij een soort zuignapjes waardoor hij prima kan klimmen. De witsnorboomkikker kan 6 jaar of ouder worden.

Hoe leeft de witsnorboomkikker?

De witsnorboomkikker leeft in Zuid- en Zuidoost-Azië: van Nepal en India tot China, de Filippijnen, Sumatra en Borneo. Hij komt voor in waterrijke gebieden, in niet al te dicht begroeide bossen en zelfs ook in bewoonde gebieden. Hij rust overdag in bomen, maar zit soms ook op de grond in plassen, in greppels en aan de waterkant. De kikker wordt actief als het donker wordt en jaagt dan op voedsel. Als het regent, kan de kikker ook overdag actief zijn.

Voortplanting

Witsnorboomkikkers kunnen jongen krijgen als ze een jaar oud zijn. In de paartijd komen de mannetjes samen bij stilstaand of langzaam stromend water en lokken de vrouwtjes door te kwaken. Bij het paren gaat het vrouwtje met het mannetje op haar rug het water in en legt 100 tot 400 eieren in schuimnesten boven stilstaand water. Het schuim wordt gemaakt met vocht van het vrouwtje dat beide kikkers met hun poten opkloppen. De nesten zijn ongeveer 10 cm lang en worden gebouwd op planten die boven het water hangen of op andere geschikte plekken aan de waterkant. Het mannetje bevrucht de eieren zodra ze gelegd worden. Na tien tot veertien dagen komen de eieren uit. Pasgeboren kikkervisjes zijn op hun rug grijsgroen tot bruin en zilvergrijs tot wit op hun buik. Het schuimnest verdroogt na een aantal dagen en valt bij de eerste regen uit elkaar. De kikkervisjes vallen dan in het water onder het nest. Ze eten alles wat ze kunnen pakken, ook hun dode of levende broertjes en zusjes en rottende planten. De kikkervisjes worden ongeveer vijf centimeter lang, om na zo’n zeven weken uit te groeien tot complete kikkers.

Bijzonderheden over de witsnorboomkikker

Witsnorboomkikkers zijn overdag bijna nooit actief: het zijn schemer- en nachtdieren.

Kies liefst voor gekweekte dieren. Dieren die uit het wild zijn gevangen zijn gevoeliger voor stress en zijn vaak in slechtere conditie.

Als je met je kikkers wilt kweken, zorg dan voor een ‘droge periode’ en ‘een regentijd’. Hoe je dit precies doet, kun je vragen aan een ervaren kweker.

Het is slim om lid te worden van een terrariumvereniging. Het is er gezellig en je leert er heel veel over goede verzorging van je dieren.

een verblijf voor de witsnorboomkikker

Je kunt de kikkers het beste in kleine groepjes van ongeveer vier dieren houden. Ze moeten wel ongeveer even groot zijn, anders kunnen ze elkaar opeten. Je hebt voor zo’n groepje een glazen terrarium van 70 x 50 x 80 cm nodig. Voor frisse lucht is een rooster in het dak van het terrarium nodig, dat je goed moet kunnen sluiten want anders ontsnappen de kikkers. Er moet ook een wat kleiner rooster in de zijkant van het terrarium zitten. Zorg dat het terrarium stevig staat en vermijd tocht. Zonlicht is goed, maar de bak moet niet in de volle zon staan – dat wordt te heet.

Zorg voor sterke, (plastic) planten met grote bladeren en zet stevige klimtakken neer, zonder kleine zijtakjes. Maak schuilplaatsen met kurkschors of uitgeholde stammetjes, en doe zwarte folie op de achter- en zijwanden van het terrarium om te zorgen dat de kikkers zich beschut voelen. De bodembedekking moet vocht vasthouden, gebruik daarvoor hydrokorrels met daarop grotere stukken schors, turfplaatjes en platte stenen bedekt met mos. De kikkers moeten kunnen baden in een waterbak van 7 tot 10 cm diep, waarin de temperatuur tussen 24 en 26 graden is. Dit regel je met een verwarmingselement.

Zorg dat de luchtvochtigheid in het terrarium overdag tussen 60 en 70 procent ligt. ’s Nachts mag dit 80 tot 90 procent zijn. Dat doe je door te sproeien. Gebruik alleen zacht water met een hardheid van 7 DH en een zuurgraad van 7. De verlichting moet twaalf uur per dag branden, gebruik daarvoor daglichtlampen. Deze lampen geven warmte, maar je hebt nog wel een lichtspotje of een warmtematje nodig om het terrarium te verwarmen. Overdag moet het 24 tot 28 graden zijn, ‘s nachts 18 tot 24 graden. De kikkers zonnen graag, daarvoor kun je een spotlamp van 60W gebruiken, waaronder het 31 graden wordt.

wat eet een WITSNORboomkikker

Witsnorboomkikkers eten insecten, vooral krekels, wormen, motten en vliegen. Geef ze twee tot drie keer per week te eten. Voer de dieren als het donker begint te worden. De kikkers eten het liefst levende dieren, die je gewoon in het terrarium kunt loslaten. Als je dode dieren geeft, zorg dan met een voertang dat ze bewegen, omdat de kikker ze anders niet als prooi ziet. Dieren in gevangenschap hebben extra vitaminen nodig, vooral vitamine D3. Dit zit in een poeder dat je in de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Strooi dit over het voedsel heen. Voedseldieren kun je in de dierenspeciaalzaak kopen. Laat deze insecten zelf eerst ook goed eten, dat vergroot de kwaliteit. Krekels kun je hondenbrokjes en groente laten eten, vliegen geef je rozenbottelsiroop, en fruitvliegjes kun je fruit geven. Zorg dat er altijd vers drinkwater is.

een WITSNORboomkikker verzorgen

Houd het terrarium goed schoon. Haal iedere dag etensresten en mest weg en ververs het water van het waterbad. Maak een aantal keer per jaar het hele terrarium schoon, ook de planten die er in staan. Als er schoonmaakmiddelen nodig zijn, spoel dan goed na en droog alles goed af om te voorkomen dat de gevoelige kikkerhuid beschadigt. Vraag aan de dierenspeciaalzaak welke schoonmaakmiddelen je het best kunt gebruiken. Je kikkers moeten er levendig bij zitten en hun huid moet vochtig en glanzend zijn. Twijfel je aan hun gezondheid, vraag dan om raad bij een deskundige dierenarts.

NIET… levende prooidieren die niet zijn opgegeten in het terrarium laten. Haal ze eruit om te voorkomen dat ze rustende kikkers storen of beschadigen.

WEL…zorgen dat de kikkers zich niet kunnen branden aan de warmtelampen die je ophangt. Daarvoor moeten de lampen op 25 cm hoogte hangen.

NIET… te vaak de kikkers pakken, anders beschadigt hun huid. Als het niet anders kan, dan eerst heel goed je handen wassen met water. Niet met zeep, want zeepresten beschadigen de huid! Je kunt ook dunne rubber handschoenen aandoen.

WEL… zorgen voor luchtverversing in het terrarium. Die is goed als de condens (waterdruppeltjes) die je ’s ochtends ziet op de voorruit van het terrarium, in de loop van de ochtend opdroogt. Is dat niet het geval, dan is de luchtverversing onvoldoende.

NIET… chloor in het water laten zitten dat je aan de kikkers geeft. Kraanwater kun je ontchloren door het zeker 24 uur in een emmer te laten staan.

WEL… nieuwe dieren eerst 6 weken in een aparte bak zetten voor je ze bij de andere dieren zet. Zo voorkom je dat ze ziektes meenemen.