Jeugdbieb

Kiran vertelt nog meer over het boek:

• Ik vind het een origineel verhaal. De personages kunnen dingen doen die ik nog nooit bedacht had. Bijvoorbeeld, ik dacht niet dat je kon vliegen met behulp van kraaien aan je haar.
• Dit verhaal gaat over Appel, haar vriend Amin, haar broer Falco, de ouders van Appel (meneer en mevrouw Vriezel), de vader van Amin: meneer Benali en de burgemeester. (ik kan nu iets verklappen maar dat ga ik niet doen). Appel is een meisje. Haar oogballen kunnen eruit ploppen, 'plop', 'plop'. Daarmee kan ze bijvoorbeeld haar vriend Amin redden als hij in gevaar is. Appel ging niet naar school, ze kreeg les van standbeelden. Nu gaat ze wel naar school. Zelf zou ik Falco wel willen zijn. Ik wil ook kunnen vliegen met kraaien aan mijn haar. Soms doet hij wat stouts, soms doet hij lief, net als ikzelf. Het verhaal speelt in het heden, in het rustige dorpje Sudderbeek.
• Belangrijk in dit boek is Appels gezin.
• Ik vond het verrassend om te ontdekken wie de slechterik was.
• Om te onthouden: alles.
• Ik vond het boek een beetje spannend maar vooral ook grappig. Ik vond het boek zo leuk dat ik ook een ander boek van deze schrijfster lees, De Sterrensteen. Maar die is minder grappig.
• Het verhaal in drie woorden: oogballen, De Vriezels en grappig.
• De illustraties zijn getekend door Pete Williamson. Ze zijn grappig. Nu weet ik hoe een zombie zeehond eruit ziet. Of hoe ver de hoofdpersoon haar oogballen over de bomen kan werpen.
• De titel past goed en er staan geen moeilijke woorden in.
• Het is een boek voor kinderen die van spannende boeken houden waar ze ook om kunnen lachen.